Stappenplan complementair afval
Als je een complementaire afvalstof hebt, dan moet je nog kiezen tussen een gevaarlijke (met *) en een niet gevaarlijke (zonder *) euralcode. De handreiking Eural adviseert daarvoor de volgende stappen te doorlopen:
Als je een complementaire afvalstof hebt, dan moet je nog kiezen tussen een gevaarlijke (met *) en een niet gevaarlijke (zonder *) euralcode. De handreiking Eural adviseert daarvoor de volgende stappen te doorlopen:
Infectueus afval, dat is afval dat infecties kan veroorzaken, is altijd gevaarlijk afval!
De officiele definitie van infectueus afval is volgens de Kaderrichtlijn afvalstoffen: 'Afvalstoffen die levensvatbare micro-organismen of hun toxinen bevatten waarvan bekend is of waarvan sterk wordt vermoed dat zij ziekten bij de mens of bij andere levende organismen veroorzaken'.
Dit afval komt veelal vrij in de gezondheidszorg bij mens of dier (zie sectorplan 19 van LAP3: Afval van gezondheidszorg bij mens of dier), maar bijvoorbeeld ook in de levensmiddelenindustrie (zie bijvoorbeeld sectorplan 65 van LAP3: Dierlijk afval).
Een afvalstof is gevaarlijk als:
Het testen op ontvlambaarheid is niet nodig als overduidelijk is dat een afvalstof niet ontvlambaar is.
Door het bepalen van de samenstelling, moet je meer te weten komen over de gevaarlijke eigenschappen van de afvalstof. Dat kan op verschillende manieren, zoals:
Bemonstering moet plaatsvinden volgens de volgende normen:
Analyse moet plaatsvinden volgens de volgende normen:
POP's zijn persistente organische verontreinigende stoffen. Volgens de Eural is een afvalstof gevaarlijk, als het één of meer van onderstaande stoffen bevat, boven de genoemde grenswaarde.
Stof | Grenswaarde Verordening (EU) 2019/1021 |
---|---|
Endosulfan | 50 mg/kg |
Hexachloorbutadieen | 100 mg/kg |
Polychloornaftalenen | 10 mg/kg |
Alkanen, C10-C13, chloor (gechloreerde paraffinen met een korte keten) (SCCP's) | 1.500 mg/kg |
Som van: tetrabroomdifenyl-ether C12H6Br4O pentabroomdifenyl-ether C12H6Br5O hexabroomdifenyl-ether C12H6Br6O heptabroomdifenyl-ether C12H6Br7O decabroomdifenyl-ether C12H6Br10O | 500 mg/kg |
Perfluoroctaansulfonzuur en derivaten daarvan (PFOS) C8F17SO2X (X = OH, metaalzout (O-M+), halogenide, amide en andere derivaten inclusief polymeren) | 50 mg/kg |
Polychloordibenzo-p-dioxinen en polychloordibenzofuranen (pcdd’s en pcdf’s) | 5 µg/kg |
DDT (1,1,1-trichloor-2,2-bis(4-chloorfenyl)ethaan) | 50 mg/kg |
Chloordaan | 50 mg/kg |
Hexachloorcyclohexanen (inclusief lindaan) | 50 mg/kg |
Dieldrin | 50 mg/kg |
Endrin | 50 mg/kg |
Heptachloor | 50 mg/kg |
Hexachloorbenzeen | 50 mg/kg |
Chloordecon | 50 mg/kg |
Aldrin | 50 mg/kg |
Pentachloorbenzeen | 50 mg/kg |
Polychloorbifenylen (pcb's) | 50 mg/kg |
Mirex | 50 mg/kg |
Toxafeen | 50 mg/kg |
Hexabroombifenyl | 50 mg/kg |
Hexabroomcyclododecaan | 500 mg/kg |
Pentachloorfenol en de zouten en esters daarvan | 100 mg/kg |
Dicofol | 50 mg/kg |
Perfluoroctaanzuur (PFOA) en zouten daarvan | 1 mg/kg |
Perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS) en zouten daarvan | 1 mg/kg |
Som van de aan Perfluoroctaanzuur (PFOA) verwante verbindingen | 40 mg/kg |
De bovenstaande stoffen en grenswaarden zijn vastgelegd in bijlage IV van de POP-verordening (geconsolideerde versie). Meer informatie is te vinden op de website van het RIVM.
Bevat de afvalstof geen POP's? Of blijven die onder de in stap 6 genoemde grenswaarden? Dan moet je de gevaarseigenschappen opzoeken van elke stof die in de afvalstof aanwezig is. Dat moet voor alle stoffen die aanwezig zijn in een concentratiegrenswaarde van 0,1 gewichtsprocent of meer. De gevaarseigenschappen worden aangeduid met H-zinnen (de H staat voor Hazard).
Hoe zoek je de H-zinnen op? Dat kan op twee manieren. Je kunt daarvoor tabel 3.1 van bijlage VI van de CLP gebruiken. Als je de stof hierin niet kunt vinden, dan kun je gebruik maken van de stoffendatabase op de website van het Europees Agentschap voor Chemische stoffen (ECHA).
Het kan gebeuren dat er stoffen zijn waarvoor je in stap 7 geen H-zin kunt bepalen. In dat geval kun je mogelijk terugvallen op de safety data sheets van de leverancier van grondstoffen. Is er echt geen informatie beschikbaar, dan is een test nodig. Voor de testmethode wordt verwezen naar de Europese Verordening 440/2008/CE.
Eerst beginnen met het goede nieuws. Dit is de laatste stap. Maar vergis je niet. Uitvoeren van deze stap is nog best complex en arbeidsintensief.
Wat moet je in deze stap doen? Juist, de gevonden H-zinnen toetsen. Maar wat houdt dit dan in? Dat lees je hier onder.
De gevonden H-zinnen moet je omzetten in HP-criteria. De Kaderrichtlijn afvalstoffen bundelt namelijk de H-zinnen en maakt er HP-criteria van. Zo vallen de H-zinnen 315 en 318 onder HP 4 (Irriterend - huidirritatie en oogletsel). Terwijl de H-zinnen H340 en H341 vallen onder het HP-criterium HP 11 (Mutageen). Waarom? De Kaderrichtlijn verbindt concentratiegrenswaarden aan de HP-criteria. Met behulp van die concentratiegrenswaarden moet je bepalen of de afvasltof gevaarlijk is, of juist niet.
In de tabel hieronder zijn alle HP-criteria weergegeven.
HP-criterium | Gevaarseigenschap |
---|---|
1 | Ontplofbaar |
2 | Oxiderend |
3 | Ontvlambaar |
4 | Irriterend — huidirritatie en oogletsel |
5 | Specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT)/Aspiratietoxiciteit |
6 | Acute toxiciteit |
7 | Kankerverwekkend |
8 | Corrosief |
9 | Infectueus |
10 | Vergiftig voor de voortplanting |
11 | Mutageen |
12 | Afgifte van een acuut toxisch gas |
13 | Sensibiliserend |
14 | Ecotoxisch |
15 | Afvalstoffen die een van de hierboven genoemde gevaarlijke eigenschappen doen ontstaan die de oorspronkelijke afvalstof niet bezat |
Nu je de concentratiegrenswaarden weet, kun je gaan rekenen. Onderstaande tabel toont per HP-criterum en H-zin de ondergrens en concentratiegrenswaarde (bron: handreiking Eural). Klik op de tabel om 'm te vergroten.